Afgelopen weekend ben ik met Louis mee geweest naar Øvre Heimdalsvatn, Een huisje in de bergen van Noorwegen ergens in het midden van het land.

Het was ongeveer 250 kilometer rijden. Daar doe je in Noorwegen al gauw 4 uur over. De wegen zijn veelal provinciale wegen, snelwegen met twee of meer rijstroken vind je eigenlijk alleen maar in de buurt van een grote stad.

 

 Het ligt erg afgelegen. Je ontmoet op een dag wandelen alleen maar een paar nieuwsgierige Elanden en wat verdwaalde koeien. Het huisje staat ongeveer een uur lopen vanaf de weg. Eigenlijk zijn het 3 huisje en een hok die als wc dienst doet. Er is wel wat elektriciteit net genoeg om een paar lampjes te laten branden. De stroom komt uit een 12 volt accu. Deze wordt gevuld door zonepanelen. Water haal je uit de beek die langs de huisjes stroomt. Die kan je zo vers drinken koken is niet nodig, Voor het koken staat er een echt fornuis die is aangesloten op een gasfles. In de kast heeft zich in de afgelopen maanden of zullen het jaren zijn, een voorraad van zo'n 20 kilo paste opgestapeld. Daarnaast ligt er nog allerlei pakjes van verschillende soorten sausjes em aardappelpuree in de kast. Bij elk bezoek aan dit station van de universiteit wordt de voorraad volgens mij alleen maar groter.

We waren naar dit station afgereisd omdat Louis naar steenvliegen moest zoeken. Meer over die beestjes en het zoeken er naar kan je vinden in de blog van Louis. Voordat we naar ze konden zoeken moesten we eerst zes kilometer lopen naar een hoogte van 1457 meter. Dat was ongeveer 350 meter hoger dan we zaten. De paatjes waren niet het gehelen traject droog. De eerste hindernis lag al op 100 meter we moesten het stroompje tussen de twee meren over steken en dat lukt niet zonder dat je schoenen nat worden. Louis had zijn kap lazen bij zich, ik alleen mijn berg schoenen. Maar ik had een troef ik had kousen aangedaan waarvan de maker zegt dat je voeten droog blijven ook al sta je in een bak water. Ik moet zeggen dat de kousen het prima doen. Me schoenen aan de overkant even uitgedaan om het water uit me schoenen te halen en deze even wat uit te wringen. Me voeten voelde nog steeds vrij droog aan. En nadat ik me voeten weer in de schoenen zette ging het lopen goed en had ik helemaal niet het gevoel dat deze zeik nat waren. De kousen werkte dus prima.

 

Verderop moesten we nog en paar beekjes oversteken maar die kon je voor het grootste gedeelte van steen tot steen belopen. Dat laatste vond ik nog niet zo eenvoudig want sommige stenen lagen wat onder water en waren erg glad. ik was dus enorm aan het stuntelen om naar de overkant te lopen. Louis had daar minder moeite mee en liep veelal zo naar de overkant. Bij verschillende beekjes moest er ook gezocht worden naar de beestjes, dat zoeken is heel eenvoudig gewoon een steen op draaien die bij het water lag. De beestje houden zich daar schuil. Niet wetende dat biologen ze daar makkelijk kunnen vinden. Dit keer waren we niet op jacht naar de larven maar naar de vliegende exemplaren. De langvleugelige hebben we wel gevonden. Maar de kortvleugelige variant, die eigenlijk belangrijker was hebben we niet kunnen vinden.

Naar een paar uur kwamen we aan bij ons hoofd doel een groot meer. Om het meer liepen een aantal Elanden die nieuwsgierig toe keken hoe wij de steenvliegen aan het verzamelen waren. Ook daar waren de kort gevleugelde niet te vinden. Het werd tijd om weer terug te keren naar het station. Mij schoenen waren weer droog, maar naar dat ik de laatste honderd meter had afgelegd waren deze weer drijf nat. Louis wisselde zijn schoenen gewoon even voor zijn laarzen.

lopen over steenjes  alt

alt