Fietsen in Oslo, het kan, zelfs (bijna) alle dagen van het jaar.

 Ekebergveien

Als er een dik pak sneeuw op het asfalt ligt, kom je nauwelijks tegen een helling op; naar beneden suizen is vooral eng met een dunne laag sneeuw of ijs. Je bent, met andere woorden, afhankelijk van de inspanningen van de gemeente en het nationale weginstituut om sneeuw te ruimen. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn. Voor het autoverkeer wordt er immers voortdurend geveegd en gestrooid. Maar het sneeuw- en moddervrij maken van de fietsstrook die je hier en daar hebt – op de zogenaamde hoofdfietsroutes – wordt ‘naar beneden geprioriteerd’, oftewel: de fietsstrook wordt gebruikt om de sneeuw te parkeren. ’s Winters fietst er immers toch geen hond…

Fietsers hebben in Oslo vier mogelijkheden, alle wettelijk toegestaan: a) op de rijweg rijden, b) op de stoep mits niet tot hinder van de voetgangers, c) de fietsstrook, een met stippellijn gemarkeerde strook aan de rechterkant van de weg, en d) de ‘wandel-fietsweg’.

De rijweg is niet breed genoeg om als auto en fietser elkaar op dezelfde weghelft te passeren. Dit leidt tot ergernis en oponthoud. Meestal zijn het de fietsers die de auto’s achter hun ophouden, maar als er een autofile is, kan een fietser evenmin passeren. Op de stoep fietsen is een optie als je geen haast hebt en nergens heen hoeft. De stoep is hobbelig, vol obstakels, zowel bewegende als statische en ’s winters liggen er resten sneeuw en ijs.

Fietsstroken zijn er slechts hier en daar, langs brede, rustige wegen waar kennelijk plek over was. Zodra er een kruising of rotonde in zicht komt, verdwijnt de fietsstrook in het niets. Automobilisten zijn blij met de fietsstrook. Ze beschouwen die als reserve parkeerplaats.

De wandel-fietspaden zijn het mooist. Ze liggen in het groen, vaak in idyllisch landschap met rotswanden en beken, en je hebt geen last van autoverkeer. Omdat ze niet door de gemeente, maar door Statens Vegvesen worden beheerd, worden deze paden voorbeeldig sneeuw- en ijsvrij gehouden in de winter. Dit lijkt het meeste op het Nederlandse fietspad. Een nadeel is wel dat je als fietser het pad deelt met wandelaars, waaronder joggers, kleuterklassen, tienermeisjes die hun facebookpagina lopen up te daten, en al dan niet aangelijnde honden, skeeleraars en ruiters te paard. Dus ook hier kun je niet in volle vaart naar beneden de bocht om gaan. De grootste beperking is, dat er maar enkele van die mooie wandel-fietspaden zijn. Als je geluk hebt, ligt er een op je route.

De toestand van de Osloose fietsers illustreert goed het effect van planning en beleid, en hoe moeilijk het is om een eenmaal ingeslagen weg te verlaten. Honderd jaar lang is er in en rond de hoofdstad geïnvesteerd in het faciliteren van autoverkeer. Snelwegen, dure tunnels, parkeerplaatsen, hele wijken en winkelcentra die vrijwel alleen met de auto of het openbaar vervoer bereikbaar zijn. Maar weinig mensen durven het aan om tussen de steeds grotere en talrijkere auto’s te fietsen, laat staan hun kinderen op de fiets naar school te laten gaan.

Wie ’s winters fietst, behoort tot de speciale kaste van helårssyklister. Dit zijn meestal hoger opgeleide mannen van tussen de 35 en 60 jaar, wier kinderen al bijna uit huis zijn, zodat ze meer risico’s nemen. Ze worden ervan verdacht lid te zijn van Greenpeace. In onze wijk Bjørndal van 10.000 inwoners zijn er ’s winters denk ik tussen de drie en de tien personen die met de fiets naar hun werk of naar school gaan of boodschappen doen. Dit schat ik op grond van het aantal sporen in de sneeuw (drie) en bij de supermarkt geparkeerde fietsen (nul). In het stadscentrum zijn er wel meer fietsers, en het aantal schijnt toe te nemen.

Inmiddels is het aantal fietsers zo gering geworden, dat het moeilijk is om voor dit kleine groepje nog voorzieningen te bepleiten. Politiek valt het binnen een heldere rechts-links tegenstelling. Nu en dan zijn er beleidsoprispingen die het aandeel van de fiets in het verkeer willen vergroten. Dat is nu 4% in Oslo, en zou in 2015 op 12% moeten komen. (In Nederland ligt dit rond de 23%.) Er zijn echter geen concrete plannen die een toename aannemelijk maken. Tussen ons en de stad is nu wel 750 meter fietsstrook gepland, waardoor een bestaand stuk weg moet worden verbreed. De lokale winkeliersvereniging in Søndre Norstrand protesteert: een onverantwoord plan! Het gaat ten koste van de groene leefomgeving (twee ooit door de winkeliers gefinancierde perkjes), en bovendien is er een school in de buurt, en wonen er vele families met kinderen!

 

kjoereskole fietsstrook sm