Zaterdag 12 maart was het zover: ons innflyttingsfest, oftewel in goed Nederlands onze housewarmingparty.

Het was wat mij betreft een flinke opgave en een spannend project maar uiteindelijk goed geslaagd.

Pieter Jan en ik hadden zeker een hele dag geboend en geschrobd, de gordijnen gestreken, boodschappen gedaan en snacks toebereid. Spannend was het ook. Immers als je veel mensen uitnodigt en er komt geen hond, heb je je niet alleen voor niks uitgesloofd, maar je leidt ook nog eens gezichtsverlies. Omgekeerd kun je natuurlijk aan prestige winnen als het een geslaagd feestje wordt. Antropologen deze problematiek gedetailleerd beschreven aan de hand van veldwerk op Papua Nieuw Guinea en eilanden in de Stille Oceaan. Nu is wat extra prestige nooit weg, maar  dat is pas de volgende stap. Het sociale netwerk moet eerst nog opgebouwd!

Komt er wel iemand? Want we kennen niemand echt goed, en we wonen dan wel in Oslo, maar toch wel een uur reizen uit het centrum. Daarbij hebben mijn meeste collega's kleine kinderen, en wie die niet heeft zit om deze tijd van het jaar op Madeira of de Canarische Eilanden. Ook de buren hadden we uitgenodigd, van de vijf huizen waar we op uitkijken. Maar soms kreeg ik wel de indruk dat het volslagen ongebruikelijk is om je buren te kennen. Met Oud & Nieuw bijvoorbeeld stak men zijn vuurwerk in de eigen tuin af, maar ging niet de straat op om elkaar een goed nieuw jaar te wensen.

De statistieken: met een voor ons ongekende organisatorische krachtinspanning had ik een maand tevoren circa dertig collega’s cs uitgenodigd. Daarvan zeiden er tien te zullen komen, tien verontschuldigden zich, en tien gaven geen respons. Er kwamen er uiteindelijk vijf, plus één aanhang en één hond. Dan drie nog drie buren, het Vietnamese echtpaar rechts en de Filippijnse mevrouw van de overkant, dat viel niet tegen. En twee lieve jongens van de homohardloopclub. Zo haalden we het mooie quorum van tien: met dit aantal lukt het de gastheren niet meer de gasten gezellig te onderhouden, en moeten ze wel elkaar gaan bezig houden. Nu kon ik me concentreren op het binnenlaten van aankomende gasten, uitlaten van vertrekkende, de hapjes en drankjes, het welkomstwoord .. de grote lijnen kortom; en daarnaast nog met bijna iedereen een praatje maken.

De toch wat teleurstellende opkomst werd goedgemaakt door de hoge kwaliteit van de gasten. Allemaal gezellige, extraverte mensen die er geen been in zagen met onbekenden een praatje aan te knopen. Met dit aantal konden we in één kring zitten in plaats van in groepjes, en dat ging heel goed. Zowel de buurt als mijn werkomgeving wordt gekenmerkt door veel immigranten. Alleen de hardlopers en één collega zijn geboren Noren. Toch hebben we vooral Noors gesproken onder elkaar. Dat was wel grappig, met zeven verschillende accenten! Ons buurjongetje van twaalf bleek overigens heel goed jazzpiano te spelen. We hebben hem nooit ontmoet, maar hij was wel te zien op TV bij de norske talenter.

In Noorwegen is het gebruikelijk om bij feestjes je eigen alcoholische drank me te nemen, en vaak ook voedsel. Voor mij nog steeds een vreemd idee, maar ik begin eraan te wennen. Gezien de idiote prijzen hier zou het ook wel bezwaarlijk zijn geweest om voor veertig mensen bier en wijn in te slaan, gesteld dat er zoveel zouden komen. Daarnaast namen ze ook nog bloemen, slingers en desserts mee, wat allemaal bijdroeg tot een ongedwongen sfeer.

Nou we hebben weer een reuzenprestatie geleverd! Eigenlijk zouden we vaker zoiets moeten doen, maar voorlopig mogen anderen het weer organiseren.