Nederlanders willen nog wel eens met waardering spreken over het Noorse (en Zweedse) statiegeldsysteem: op alle bier- en limonadeverpakkingen zit statiegeld, ook op plastic flesjes en aluminium blikjes. Door het afval gesorteerd in te zamelen, kunnen de grondstoffen makkelijker opnieuw gebruikt worden. Maar ik vraag me af of het huidige systeem veel helpt tegen de rommel. Misschien leidt het tot alleen maar meer zwerfvuil.
Het statiegeld per flesje of blik is 1 kroon, circa 12 eurocent. Voor een dergelijk bedrag kan een Noor zich niet bukken. Dus eindigen veel blikjes en flesjes in de wegberm of tussen ander afval in de vuilnisbak. En daar zit het probleem.
De allerarmste stadsbewoners verzamelen de verpakkingen om zo aan wat contanten te komen. Op het eerste gezicht leveren ze zo een welkome bijdrage aan het schoonhouden van de stad en de inzameling van hernieuwbare grondstoffen. Echter: om de flessen en blikken van het overige afval te scheiden, moeten ze de vuilnisbakken eerst leeg halen. Vervolgens hebben ze natuurlijk geen gelegenheid om de rommel zonder statiegeld weer terug in de vuilnisbak te stoppen. Hun toch al schamele uurloon zou dan nog verder dalen. Gevolg: parken en woonwijken vol troep.
De wijkkrant besteedde aandacht aan dit probleem en interviewde de verantwoordelijke ambtenaar. Gelukkig is er altijd een verantwoordelijke ambtenaar of politicus. Deze beval aan om het afval goed af te sluiten, het liefst achter slot en grendel. Zo gebeurt het ook in onze moderne flat: de vuilniscontainers staan keurig opgeborgen in een afgesloten kelder. Dit voorkomt inderdaad een hoop rommel. Maar het is wel wrang dat de allerarmsten hierdoor verstoken worden van misschien wel hun enige legale inkomstenbron. Vaak gaat het om Roemeenstalige dames in zigeunerklederdracht die de vruchtbare leeftijd gepasseerd zijn. Ik zou niet weten voor welke betaalde functies zij in aanmerking zouden komen. Ook het hergebruik van kostbare grondstoffen komt met deze oplossing niet naderbij.